Skip to main content

Vorige maand reed ik met het masochisme van een opgepompte laaglandgorilla een tikkie te hard over de Engelse snelwegen. Ik weet dat het geen excuus is, maar ik zat in een opgevoerde Mustang. Als man ontkom je dan simpelweg niet aan het idee dat je onoverwinnelijk bent. Zodra ik echter mijn blik naar links wierp zag ik het gezicht van mijn vrouw. Zij dacht hier duidelijk anders over: uiteraard schaarde ik me na een korte staarwedstrijd volledig achter haar mening.

En ja, ik weet het. Iedereen die mijn column met regelmaat leest denkt: die man is altijd op vakantie. Maar ik beloof u: het zijn twee maanden per jaar in ruil voor werkweken van 70 uur. Met name de laatste maanden is er veel veranderd voor ons bij het Gezondheidscentrum Velserbroek. Ik ben ontzettend blij met het nieuwe onderkomen. Ik heb een advies voor de volgende alinea: zak even lekker onderuit, want ik ga graven in het grote Verhalenboek, helemaal terug tot 1994. De tijd waarin iedere man nog jaloers was op de snor van Magnum P.I. en een gemiddelde telefoon 4,5 kilo woog.

  De tijd waarin iedere man nog jaloers was op de snor van Magnum P.I.

Ons doel was duidelijk in 1994: het bouwen van een zogenaamd WoZoCo. Nu hoor ik u denken: dat is een WoonZorgComplex. Exact. Een complex waar men niet alleen zorg kan ontvangen, maar waar zich ook bewoonde appartementen bevinden. In het gebouw was oorspronkelijk een atrium opgenomen, maar het
glazen dak bleek om verschillende redenen helaas niet financierbaar. Door wat ruimtegebrek zijn we in 2004 begonnen met nadenken over het omturnen van deze open ruimte naar een overdekte binnenplaats. Uiteindelijk zijn we pas in 2014 begonnen met bouwen. Nu lijkt het door deze tijdspanne alsof nadenken mij extreem veel moeite kost, maar de gesprekken over de invulling en de financiering hadden nogal wat voeten in de aarde.

Gelukkig konden we vorig jaar het proces in gang zetten met Velison Wonen. In de overgangsperiode hebben wij 9 maanden lang in het oude schoolgebouw gezeten aan de Aletta Jacobsstraat. Ondanks dat we blij waren onderdak te hebben tijdens de verbouwing, voelde het toch niet als een warm bad. Illustratief was het enthousiasme bij elk bericht dat de verbouwing op schema lag. Toen het lintje doorgeknipt werd bij de opening, struikelden de huisartsen over elkaar heen om naar binnen te komen.

We krijgen louter positieve reacties op de verbouwing en die zijn, naar mijn bescheiden mening, ook terecht. Wat ik nog wel mis is de gezelligheid. Dan draait het niet om een stroopwafel en gedateerde tafellakentjes, maar het moet nog wat meer gaan leven. Het idee dat ik elke ochtend een grote gymzaal betreed kan mij nog steeds niet ontglippen. We zijn nog bezig met de aankleding: zo willen we beginnende kunstenaars de gelegenheid geven te exposeren en hebben we aanvragen in behandeling om ons centrum qua expertise nog verder uit te breiden. Zo zijn we constant bezig om met elkaar stappen te maken!